De dienstinstellingen handmatig intoetsen
U kunt de juiste instellingen verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
1. Druk op
Menu
,
Diensten
,
Instellingen
en
Actieve dienstinstellingen
.
2. U moet de verbindingsset activeren op de plaats waar u de dienstinstellingen wilt opslaan door naar
de gewenste set te gaan en op
Activeer
te drukken. Een verbindingsset is een verzameling
instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met een WAP-dienst.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Menufun
cties
77
Menufun
cties
3. Selecteer
Actieve dienst- instellingen bewerken
.
4. Selecteer de dienstinstellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
•
Naam instellingen
- toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en druk op
OK
.
•
Homepage
- toets het homepage-adres van de gewenste WAP-dienst in, druk op
voor een
punt en druk op
OK
.
•
Sessiemodus
- selecteer
Doorlopend
of
Tijdelijk
.
•
Beveiliging verbinding
- selecteer
Aan
of
Uit
.
Als de verbindingsbeveiliging is ingesteld op
Aan
, probeert de telefoon een beveiligde verbinding
te gebruiken voor toegang tot de WAP-dienst. Als er geen beveiligde verbinding beschikbaar is,
wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn,
moet u de verbindingsbeveiliging uitschakelen (
Uit
).
•
Gegevensdrager
- selecteer
GSM-gegevens
of
GPRS
. Neem contact op met uw
netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie over de tarieven, verbindingssnelheid en
andere gegevens.
De volgende opties zijn afhankelijk van de gegevensdrager:
• Als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is:
Inbelnummer
- toets het
telefoonnummer in en druk op
OK
.
• Als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is:
•
GPRSverbinding
- selecteer
Altijd online
of
Wanneer nodig
.
Als u
Altijd online
selecteert, wordt de telefoon automatisch geregistreerd bij een GPRS-
netwerk wanneer u het toestel inschakelt. De verbinding tussen de telefoon en het netwerk
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Menufun
cties
78
wordt tot stand gebracht door een WAP- of pc-inbeltoepassing en datatransmissie kan nu
plaatsvinden. Wanneer u de toepassing sluit, wordt de GPRS-verbinding verbroken maar
blijft de registratie bij het GPRS-netwerk behouden.
Als u
Wanneer nodig
selecteert, wordt de GPRS-verbinding tot stand gebracht wanneer u
verbinding maakt met een WAP-dienst en wordt deze verbroken wanneer u de WAP-
verbinding beëindigt.
•
GPRS-toegangspunt
- toets de naam van het toegangspunt in en druk op
OK
.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand
te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkexploitant of
serviceprovider.
•
IP-adres
- toets het adres in, druk op
voor een punt en druk op
OK
.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
• Als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is:
•
Type dataoproep
- selecteer
Analoog
of
ISDN
.
•
Snelheid dataoproep
- selecteer de gewenste snelheid of selecteer
Automatisch
. De optie
Automatisch
is uitsluitend beschikbaar als het huidige type dataoproep
Analoog
is. De
daadwerkelijke snelheid van de dataoproep is afhankelijk van de serviceprovider.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Automatisch
selecteert, worden voor
het login-type de gebruikersnaam en het wachtwoord uit de volgende instellingen gebruikt. Als
u
Handmatig
selecteert, moeten de login-gegevens worden opgegeven bij het tot stand brengen
van een verbinding.
Voor de GPRS-instelling
Altijd online
moet het login-type
Automatisch
zijn.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Menufun
cties
79
Menufun
cties
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in en druk op
OK
.